website header 1920 x 304

  1. De vertrouwenscontactpersoon gaat een vertrouwensrelatie aan met de aangever of andere personen die een beroep op hem doen of tot wie hij zich richt. De vertrouwenscontactpersoon belooft alle betrokkenen geheimhouding van hetgeen hem bij de uitoefening van zijn functie als vertrouwenscontactpersoon ter kennis komt.
  2. De vertrouwenscontactpersoon zorgt ervoor dat de documentatie en archivering van gegevens geschiedt in overeenstemming met het vertrouwelijke karakter ervan. Dit geldt ook voor de werkaantekeningen die de vertrouwenscontactpersoon voor zichzelf maakt.
  3. Uitzonderingen hierop zijn alleen mogelijk als de aangever en/of andere personen schriftelijk toestemming geven tot het doorbreken van deze belofte tot geheimhouding, of wanneer zeer dringende redenen aanwezig zijn zoals omschreven in 3.4.
  4. Bij het ontbreken van schriftelijke toestemming van de betrokken persoon om informatie aan derden te verstrekken, kan de vertrouwenscontactpersoon zich pas ontheven achten van de belofte tot geheimhouding indien tenminste voldaan is aan al de vijf hieronder genoemde voorwaarden:
    a. Alles is in het werk gesteld de toestemming van de betrokken persoon te verkrijgen.
    b. De vertrouwenscontactpersoon verkeert in gewetensnood door het handhaven van de geheimhouding.
    c. Er is geen andere weg dan doorbreking van de geheimhouding om het probleem op te lossen.
    d. Het is vrijwel zeker dat het niet doorbreken van de geheimhouding voor betrokkenen of voor derden aanwijsbare en ernstige schade en/of gevaar zal opleveren.
    e. De vertrouwenscontactpersoon is er vrijwel zeker van dat doorbreking van de geheimhouding, schade aan betrokkenen of anderen in belangrijke mate zal voorkomen of beperken.
  5. Indien een dergelijke situatie zich voordoet, zal de vertrouwenscontactpersoon zijn redenen om de geheimhouding te doorbreken met een ter zake kundige partij bespreken alvorens de geheimhouding te doorbreken.
    a. De vertrouwenscontactpersoon brengt betrokkenen op de hoogte van het voornemen de geheimhouding te doorbreken, alvorens dit daadwerkelijk te doen.
    b. Indien het doorbreken van de geheimhouding dit noodzakelijk maakt, verwijst de vertrouwenscontactpersoon betrokkenen onverwijld naar een andere vertrouwenspersoon en/of instantie.