Statuten OGC over beëindiging lidmaatschap

EINDE VAN HET LIDMAATSCHAP
Artikel 5.
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door overlijden van het lid;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door het bestuur namens de vereniging;
d. door ontzetting uit het lidmaatschap.
2. Opzegging namens de vereniging kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap te voldoen, voor zover deze door de statuten worden gesteld, of wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsmede wanneer van de vereniging redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
3. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of namens de vereniging kan slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken. Met het oog hierop dient de vereniging in het huishoudelijk reglement te regelen dat de voor opzegging noodzakelijke informatie tijdig en op eenvoudige wijze door de leden geraadpleegd kan worden. Het lidmaatschap kan echter onmiddellijk worden beëindigd indien van het lid of van de vereniging redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
4. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het derde lid eerste en derde volzinnen doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.
5. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
6. Opzegging door de vereniging en ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur. Alvorens een besluit als bedoeld in de vorige zin te nemen dient de betrokkene door het bestuur gehoord te worden, althans dient betrokkene in de gelegenheid te worden gesteld zijn mening kenbaar te maken.
7. In geval van opzegging namens de vereniging of ontzetting uit het lidmaatschap wordt de betrokkene ten spoedigste schriftelijk bij aangetekende brief en met opgave van redenen van het besluit in kennis gesteld.

Afdrukken E-mailadres

Toelichting beëindiging lidmaatschap

Lidmaatschap van verenigingen

Aanvankelijk hadden de indieners van het wetsvoorstel voorzien dat verenigingen hun leden moesten ‘waarschuwen’ voor een verlenging van hun lidmaatschap als deze leden geen actie zouden ondernemen door het lidmaatschap op te zeggen. Bij gebreke aan opzegging zou dan een verlenging met maximaal een jaar mogelijk zijn. Een opzegging die te laat is ontvangen, zou overeenkomstig het bepaalde in het al bestaande art. 2:36 lid 2 BW leiden tot een opzegging tegen het eerstvolgende mogelijke moment voor opzegging.
Deze bepaling hebben de indieners –ondanks een ogenschijnlijk tegengesteld advies van de Raad van State – bewust gehandhaafd. Naar aanleiding van kritiek van de Raad van State hebben de indieners de waarschuwingsplicht geschrapt.

In plaats daarvan werd bepaald dat de vereniging gehouden is om ervoor te zorgen dat leden de voor opzegging van het lidmaatschap noodzakelijke informatie eenvoudig kunnen raadplegen. Voor zover de vereniging daar gebruik van maakt, moet deze informatie in ieder geval op opvallende wijze vermeld worden op de hoofdpagina van de website van de vereniging en/of p. 1, 2 of 3 van het verenigingsblad.

Blijkens de memorie van antwoord betekent de eis dat de vermelding ‘opvallend’ dient te zijn, dat zij ‘goed leesbaar en niet over het hoofd te zien’ moet zijn. De bepaling is, anders dan de memorie van antwoord suggereert, niet alleen van toepassing voor de vermelding op de website, maar ook voor de vermelding in een verenigingsblad. Dat brengt mijns inziens mee dat (ook voor het verenigingsblad) lettergrootte 6 of minder uit den boze zal zijn. Voor websites wordt opgemerkt dat een duidelijk als zodanig herkenbare link naar de opzeggingsinformatie, bijvoorbeeld onder het kopje ‘opzeginformatie’ of ‘opzeggen’ eveneens voldoet.

Afdrukken E-mailadres